dinsdag en woensdag
Mijn liefste Asteridt,
Wat fijn dat ik een brief van je mocht ontvangen. Iedere dag kijk ik met smart uit naar jou en jouw brieven.
Dinsdag was een warme dag. In de middag gingen de mannen en de vrouwen uiteen. Als mannen gingen we everzwijnen schieten en mochten we onszelf verzadigen met een vette hap. Jij mengde jezelf met de rest van de vrouwen van het dorp. Ik vond dat je er prachtig bijliep nadien, je gezicht was zo sprekend. Ik ben blij dat je jezelf mocht verwennen met de andere vrouwen en daar tijd voor kon nemen. ’s Avonds zijn we als stammen uiteen gegaan en moesten we elkaar verslaan in een spannend toernooi. Wat hebben we gerend!
Woensdag begon de hitte pas echt. We hebben onze dag gelukkig aangepast aan de hitte. Het was een spannende dag, want er was een hondje kwijt, en we moesten erachter zien te komen wat er gebeurd was met dit hondje. Onze eerste speculatie was dat de Romeinen, mijn eigen volk, hierachter zat. Dit was een logische beredenatie, we maakten onze schepen klaar om de woeste zee te gaan bevaren, en trainden onszelf klaar tijdens een meerkamp. Alleen toen we op het punt stonden de zee op te gaan, kregen we een brief van de Romeinen. Julius Ceasar zelf had ons een brief gestuurd en daaruit bleek dat zij het niet hadden gedaan. Nadat we ons verdriet hadden weggegeten en naar onze dorpsbijeenkomst geweest waren, besloten we om op zoek te gaan naar de echte dader. We hadden verschillende getuigen en konden via vragen te stellen erachter komen wie de dader was. Het plan was om dit in de avond te doen, daarom konden wij onze geheime ontmoeting in het bos door laten gaan, maar onze ontmoeting werd verstoord door het hele dorp dat opeens ’s middags al het dorp in kwam. Gelukkig konden we ons op tijd verstoppen, en hebben we iedereen goed kunnen observeren. Aan het einde van de dag is de hond, Idefix, gelukkig gevonden. Na deze verhitte middag hebben we een glijbaan gemaakt waar we heerlijk op konden afkoelen, wat was dat fijn! ’s Avonds koelde het iets af en konden we de dag weer tijdens een dorpsbijeenkomst afsluiten.
Mijn lieve Asteridt, ik mis jou. Je haren ruiken als everzwijnen die net van het spit afkomen. Ik hoop dat we morgen weer onze geheime ontmoeting in het bos kunnen doorzetten, maar misschien zal het dorp weer ’s middags het bos in gaan? Ik hoop dat je niet teveel last hebt van de hitte, drink je wel genoeg mijn liefste? Ik hoop dat je goed voor jezelf zorgt, zo zal ik ook ooit voor jou zorgen.
Jouw Hilarius